Overal waar mensen samenleven, komt macht voor. Dit boek verengt die macht tot een verhouding tussen dwang en bevel. Het analyseert hoe dwang en bevel werken in de privésfeer, in samenlevingen, families (vaderlijke macht) en bedrijven (heerlijke macht), in de publieke omgang tussen mensen (rechterlijke macht) en binnen de publieke zaak (staatsmacht). Macht eenzijdig zien als dwang en bevel klinkt nogal negatief, en zo is het ook bedoeld. Dat betekent echter niet dat dwang en bevel alleen negatief onderdrukkend werken. Macht pakt ook positief uit; zij bewerkt erkenning, levert zorg, voedt op en zorgt voor bescherming, orde en rust. Deze dubbelwaardigheid van macht werkt ook door in wat gedwongen, gehoorzame mensen doen en denken. In de ondertitel van dit boek is hun aandeel in de machtsverhouding daarom geformuleerd in dubbelzinnige woorden: verzet, bevrijding en vrijheid.
De meest uitgesproken vorm van negatief, vaak gewelddadige dwang en bevel, is slavernij. Meestal als minderwaardig voorgestelde mensen worden hier volledig onderworpen aan de absolute en willekeurige despotie van een heer. Deze verslavingsmacht kan echter ook positief uitpakken en leiden tot een merkwaardige verstrengeling van onderworpenheid, overgave en zich vrij werken. Juist bij slavernij zijn verzet en bevrijding het meest ondubbelzinnig aan het werk als ‘tegen de macht in werkende handelingen’.
In de wereld van nu is slavernij verboden en zijn alle mensen tot vrij geboren, gelijke en gelijkwaardige leden van de mensenfamilie ‘verklaard’. Betekent dit dat macht en slavernij verdwenen zijn? Of tenminste, dat zij veranderd zijn in een vrij en ongedwongen omgaan, samenleven en samenwerken met elkaar? Of is er geen spat veranderd?
Machiel Karskens is emeritus hoogleraar in de sociale en politieke wijsbegeerte aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn publicaties gaan over vreemdelingen, de civil society, macht en waarheidspreken bij Michel Foucault.