Op een doordeweekse dag, wanneer Brussel zindert van activiteit en sirenes, sommigen zich een slag in de rondte werken, anderen een gevecht met hun schaarse geld leveren, een enkeling zijn (té) vele geld telt en vervolgens ‘goed’ gaat doen voor mensheid, naast de dakloze illegaal, die onverschillig voor ‘doordeweeks’, ‘het weekend’, ‘middag of morgen’, uitdrukkingsloos voor zich uit staart in de hal van het centraal station, op zo’n doordeweekse dag zat ik in de Munt, de plaats der cultuurheiligen, te genieten van een prégenerale uitvoering van Tamerlano , een opera van Händel.

Werkelijk genieten! Tegelijkertijd gefrappeerd door het sobere beeld van onze tijd dat zichtbaar ten gehore werd gebracht. Nauwelijks decor, een grote ruimte, 6 zangers en een zevende figuur die niet sprak noch zong. Twee thema’s doorkruisten de bijna 4 uur durende Barokke performance: macht en liefde, neergezet in de schijnbare oppositie tussen het kwade en het goede.

Slachtoffer wordt dader, dader wordt slachtoffer. Uitspraken worden absoluut gehoord, oordelen stuiteren richting elkaar en de ruimte is – ondanks groot – heel klein: geen tijd voor reflectie, vuurpelotons worden te pas en te onpas geopend en gesloten. Ondertussen zette men elkaar onder druk: ‘als mijn liefde niet beantwoord wordt, dood ik mezelf’… ‘als jij jezelf van het leven berooft ga ik met je mee’… ‘nu jij me niet meer wilt, spreek ik niet meer’…

Misverstanden zijn van alle tijden. De idee dat leven in harmonie ‘regel’ is, is een westers, geciviliseerd construct dat mensen veroordeelt tot radeloos zoeken naar oplossingen waaronder men enkel gebukt kan gaan. Kapitalist, vluchteling, extremist, lamzak, activist of armoezaaier, wie denkt te kunnen ontkomen aan een worsteling met het andere – wat het ook moge zijn - leeft in een illusie.